nl
nl

POOTcast Actua

Het voorkomen van hypertensie bij oudere katten in Nederland

*Spotify, Youtube, Google Podcasts, Apple Podcast

We hebben het onderwerp al vaker behandeld in deze Pootcast, maar toch vond ik dat deze studie interessant genoeg was om hier te belichten, hypertensie bij oudere katten. Onderzocht in Nederland. Niet dat demografische of culturele verschillen een invloed hebben op de bloeddruk bij katten, althans dat denk ik niet, maar toch het vermelden waard.

We weten ondertussen wel dat onbehandelde hypertensie aanleiding kan geven tot beschadiging van een aantal organen, zoals de ogen, hart, hersenen en nieren. We weten ook dat er nogal wat discussie bestaat tussen de verschillende manieren van bloeddrukmeting: moet dit nu via doppler of oscillometrie, of nog andere technieken. Metingen zijn ook niet altijd betrouwbaar, en moeten dus regelmatig herhaald worden. Bloeddrukmeting op zich kan nogal stresserend zijn voor de kat, en ga zo maar verder. Er nog een paar andere ‘problemen’ met bloeddruk en de meting.

In deze studie door Marieke Knies werd de bloeddruk gemeten bij 185 katten boven de 10 jaar ouderdom. 7 tot 21 dagen later werd de bloeddruk een tweede maal gemeten. Bij elk bezoek werd de bloeddruk 5 maal gemeten.

Bij de eerste meting werd bij meer dan een kwart van deze katten, 50 katten of 27%, werd een te hoge bloeddruk gemeten (en dan spreken we van meer dan 160 mmHg). Meer nog, 30 van deze 50 katten hadden een bloeddruk boven 180 mmHg.

Als bleek dat de eerste meting een resultaat gaf hoger dan 160 mmHg, maar dat de tweede meting eronder lag, sprak men van ‘situationele hypertensie’. Dat werd gezien bij 10 katten, eigenlijk 20% van de populatie die een hoge bloeddruk vertoonden. Je zou dus kunnen zeggen dat in deze studie 1 op 5 katten met een te hoge bloeddruk bij eerste meting, een situationele hypertensie hadden.

27 van de 50 katten in hypertensie bij de eerste meting vertoonden nog steeds een hypertensie bij de tweede meting, zoals gezegd 7 tot 21 dagen na de eerste meting. Deze 27 katten vertoonden dus persisterende hypertensie.

13 van de 50 katten kwamen niet meer terug voor een tweede meting, dus daar zijn geen gegevens meer beschikbaar of ze nu persisterende of situationele hypertensie vertoonden.

Gemiddeld gezien lag de bloeddruk bij de tweede meting lager dan bij de eerste meting, en wel met 39 mmHg.

Verder werd nog gezien dat de bloeddruk stijgt met ouder worden: hou ouder de kat, hoe hoger de bloeddruk gemiddeld zal zijn. Uiteindelijk niet zo verwonderlijk, dat is ook zo bij mensen en honden. Bij katten boven de 15 jaren waren 40% vande katten in hypertensie.

27% bij katten boven 10 jaar en zelfs 40% boven de 15 jaar zijn aanzienlijke cijfers die ons zouden moeten aanzetten om bij oudere katten regelmatig de bloeddruk te meten. En te herhalen, want deze studie toont aan dat niet alle katten een persisterende hypertensie hebben, maar dat sommige katten, en hier was dat 1 op 5, de bloeddruk normaliseert naarmate men vaker meet.

Mooie studie, is te vinden in de Journal of Feline Medicine and Surgery, en eerste auteur is zoals gezegd Marieke Knies.

Ref.: Marieke Knies, Hans S Kooistra, Erik Teske et al. Prevalence of persistent hypertension and situational hypertension in a population of elderly cats in The Netherlands. Journal of Feline Medicine and Surgery 1–8. DOI: 10.1177/1098612X231172629